De grote cyberaanval op de filmafdeling van Sony zou volgens bronnen mogelijk het werk zijn van Noord-Koreaanse hackers. De software die bij de cyberaanval op Sony gebruikt zijn, is namelijk hetzelfde als die in 2013 bij hacks tegen Zuid-Korea zijn gebruikt, meldt het Wall Street Journal.
Zuid-Korea beschuldigde toen al openlijk zijn noorderburen van het hacken van tv-stations en pinautomaten. Volgens de betrokken bronnen lijkt de software die bij de hack van Sony is gebruikt inderdaad op die van het Zuid-Koreaanse voorval.
Sony Pictures Entertainment werd vorige week getroffen door een grote hack, waar het bedrijf nog steeds van bij moet komen. Nog in de bioscoop te verschijnen films lekten door de hack uit, en werknemers kunnen niet of nauwelijks intern communiceren. De hackers stelden Sony tot nog toe onbekende eisen rondom de hack.
Maatregelen
Recode laat weten dat Sony het cyberveiligheidsbedrijf Mandiant in de arm genomen om de schade van de cyberaanval snel te herstellen. Ook de FBI zou inmiddels onderzoek doen naar de grote hack. De Amerikaanse instantie heeft dan ook een waarschuwing uitgestuurd naar Amerikaans bedrijven, zo meldt Reuters. Zo worden de bedrijven opgeroepen om uit te kijken voor hackers die een bepaald soort malware gebruiken om cyberaanvallen uit te voeren.
Hiermee lijkt het bedrijf direct te verwijzen naar de aanval op Sony, hoewel het bedrijf in de waarschuwing niet bij naam genoemd wordt. De omschreven malware zou echter overeenkomen met die waar Sony vermoedelijk slachtoffer van is geworden.
The Interview
De Wall Street Journaal laat verder weten dat in één van de te verschijnen Sony-films Noord-Korea op de hak genomen wordt. In de comedy The Interview proberen de karakters gespeeld door Seth Rogen en James Franco de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Un om te brengen.
Een bron binnen Sony zegt tegen de Amerikaanse zakenkrant dat connecties met Noord-Korea worden onderzocht, naast andere mogelijkheden.
"Noord-Korea mogelijk achter grote Sony-hack"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten